(…) De rol van het onderwijs in het bevorderen van sociale samenhang verdient nadrukkelijk aandacht. De samenleving wordt steeds diverser. Zo is sprake van een grote verscheidenheid aan gezinsvormen. In vergelijking met het begin van deze eeuw groeien minder kinderen op in een traditioneel gezinsverband. Er zijn meer eenoudergezinnen en meer kinderen die op twee locaties opgroeien of te maken hebben met samengestelde gezinnen. In de afgelopen decennia is daarnaast het aantal niet-westerse migranten sterk toegenomen. Dit proces gaat nog steeds door. Met name in de grote steden kent de leerlingenpopulatie een grote etnische, linguïstische en culturele diversiteit. Maatschappelijke scheidslijnen zijn verscherpt, met name doordat een aantal scheidslijnen (deels) met elkaar samenvallen (zoals opleiding, gezondheid, inkomen en sociale participatie). Onderlinge solidariteit is niet meer vanzelfsprekend en hoger opgeleiden domineren de politieke instituties en arena’s. De afgelopen decennia is niet alleen de sociale segregatie op basis van genoten opleiding toegenomen, maar ook de inkomensongelijkheid. (…)
Bron: “Een onderwijsstelsel met veerkracht”, Onderwijsraad, 8 december 2014.
Het moet inmiddels als feit worden beschouwd dat onze democratische samenleving, onze democratische rechtstaat en de daaraan ten grondslag liggende waarden, voor velen niet vanzelfsprekend zijn. Ook nemen individualisering, agressie en onverdraagzaamheid toe. Solidariteit met anderen neemt af.
De democratische samenleving ligt niet klaar, maar moet door de deelnemers daaraan, de burgers, worden gevormd.